Reactie op conceptverklaring

admin Geen categorie Plaats een Reactie

Beste mensen, 

Dank voor het zetten van een volgende stap om te komen tot een verklaring en ik ben blij dat dit voorstel op zo’n breed draagvlak kan rekenen.  

De rechtstreeks binding van instellingen, die nu is toegevoegd kan (verenigings-rechtelijk) niet op BoZ-niveau worden gerealiseerd. De rechtstreekse binding kan alleen branchegewijs via cao-afspraken gestalte krijgen. Ik heb dat in ons laatste mondelinge overleg ook toegelicht. In datzelfde overleg heb ik toegelicht dat de waarde van de verklaring er in ligt dat zorgorganisaties aanspreekbaar zijn op de gezamenlijke uitgangspunten van vertegenwoordigers van werknemers/beroepsgroep en werkgeversorganisaties op functiedifferentiatie en de daarbij behorende randvoorwaarden. In deze toevoeging kan ik me dus vinden. 

Op grond hiervan heb ik de aangepaste verklaring op drie punten aangepast. 

  • Rechtstreekse binding met instellingen geschrapt 
  • De aanspreekbaarheid van instellingen overgenomen
  • De redactie (met behoud van inhoud) aangepast 

Zie bijlage. 

Ik schat in dat ik op deze versie bestuurlijk akkoord kan krijgen en hoop dat dat ook voor jullie geldt. 

In aanvulling op de verklaring heeft het actiecomité een aantal kaders/voorwaarden gesteld die voor hen een voorwaarde zijn om zich aan de verklaring te kunnen binden. 

Graag reageer ik hierop. 

In maart 2020 hebben wij reeds schriftelijk gereageerd op deze voorwaarden. Wij hebben ze serieus overwogen. Desgewenst stuur ik het betreffende stuk toe. De voorwaarden komen deels terug in de Verklaring en kunnen deels niet door ons worden overgenomen. Hieronder licht ik dit toe.  

1. Een duidelijke definitie van functiedifferentiatie.  

In beginsel hoeft het geen probleem te zijn om een definitie op te nemen, het past echter niet goed bij onze gezamenlijke keuze om af te zien van een uitgebreide verklaring en ons te beperken tot de kern. Voorbeeld van een definitie: Onder functiedifferentiatie wordt verstaan: het herschikken van taken in nieuwe of vernieuwde functies. (Kanters 1999). 

Functiedifferentiatie is gebaseerd op kennis, ervaring en competenties, niet alleen op initieel diploma. Dit verwijst naar hetgeen onder punt 1 en 3 van de verklaring wordt geborgd. 

2. Inservice opgeleide verpleegkundigen worden erkend op hbo-niveau  

Werkgevers gaan niet over de onderwijskundige waardering van diploma’s. Daarvoor moet je bij het NLQF zijn. Het functiewaarderingssysteem waarborgt dat mensen die werken op een functies waar een HBO-werk en denkniveau voor wordt gevraagd op dat niveau worden betaald. De toegang tot dergelijke functies wordt benoemd onder punt 3 van de verklaring.  

3. Gespecialiseerde verpleegkundigen worden erkend op hbo-niveau.  

Verschillende CZO-opleidingen zijn reeds op NLQF 6 niveau ingedeeld. Voor het overige geldt hetgeen vermeld staat bij punt 2. 

4. Loopbaanpaden huidige mbo, hbo en inservice verpleegkundigen blijven gehandhaafd (toegang tot vervolgopleidingen, behoud van functies en verantwoordelijkheden).  

Loopbaanpaden zijn dynamisch, Loopbaankansen als recht voor iedere verpleegkundige ongeacht diploma, staat vermeld bij punt 3 van de verklaring. 

5. Normenkader wordt aangepast.  

Ik weet niet aan welk normenkader hier wordt gerefereerd. 

6. Diploma’s houden hun waarde. BN2020 is slechts een nieuw curriculum 

Dit is een vaststelling. 

Graag jullie reactie. 

Geef een reactie